De familie Renmans heeft in de slipstream van Aldi de grootste slagerijketen van België uitgebouwd. Maar het tij keert nu Aldi zelf vlees verkoopt. 31 winkels gingen al dicht en de vakbonden vrezen dat er nog 80 tot 100 kunnen volgen.
Door zijn wagonnetje aan dat van de supermarktketen Aldi te hangen, deed Henri Renmans in 1980 een geniale zet. De slagerszoon, die in 1964 in de vleessector was gestapt, opende destijds zijn allereerste Renmans-slagerij in het gebouw waarin ook een Aldi huisde. Toen de Duitse keten in België op het gaspedaal duwde en massaal winkels bouwde, kon Renmans meeliften. Dankzij Aldi kon de ondernemer meer dan 400 winkels openen in België, Luxemburg en Noord-Frankrijk.
‘Door naar ons te komen slaan de mensen twee vliegen in één klap’, duidde Renmans in 2005 zijn succesformule in Het Nieuwsblad. ‘Ze doen hun inkopen in de supermarkt en passeren ook even bij de slager.’ Nadat zoon Rik het CEO-schap had overgenomen, kende de keten een forse groei tot een recordomzet van 422 miljoen euro in 2020.